TUINEN (EN PLANTSOENEN) ALS STAPSTENEN VOOR DE UNIEKE NATUUR IN DE STREEK
Een tuin met verschillende inheemse planten is goed voor de biodiversiteit. Een ‘Streektuin’ gaat nog een stap verder, door aan te sluiten bij de unieke natuur in de buurt. Door verbinding met de lokale ecologie kunnen streektuinen helpen om bijzondere soorten in stand te houden. Eén zo’n tuin kan voor duizenden soorten een leefgebied zijn. Stel je voor dat er een straat verderop nog zo’n tuin is, in de wijk nog vijf – en door heel Nederland vele duizenden: Die tuinen zijn tezamen een hoogwaardig ecologisch netwerk voor planten en dieren. Zo’n netwerk door Nederland is het droombeeld van streektuinen.
Nederland is ingedeeld in 25 ecologische streken. Waar in Nederland je ook woont, overal bestaat unieke natuur zoals bijen of vlinders die enkel in jouw streek voorkomen.
Door juist op die lokale natuur te focussen en bijvoorbeeld te werken met ‘streekplanten’ ontstaan tuinen met de hoogste ecologische waarde. Tuinen, balkons, erven – iedereen kan aanhaken, waar in Nederland je ook woont.
Tijdens deze expertmeeting vertelt Rolf Schuttenhelm, wetenschapssjournalist en mede-initiatienemer van Streektuinen, meer over het belang van gebiedseigen soorten in tuinen en wat men concreet kan doen om een bijdrage te leveren. We bespreken parallellen tussen particuliere tuinen en gemeenschapsgronden, zoals gemeentelijke plantsoenen of wegbermen in de bebouwde kom. Want ook daar kan in principe dezelfde streekgebonden formule worden toegepast – met veel potentiële winst voor de Nederlandse biodiversiteit.
