5 vragen aan: NVTL-lid Harro de Jong
Details
5 vragen aan is een rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Dat kan, want we zijn altijd op zoek naar nieuwe inspirerende verhalen! Stuur een mail.
Wie ben je en wat is je achtergrond?
Ik ben een jongen uit Rotterdam Ommoord. Al woon ik er al lang niet meer, daar komt een belangrijk deel van mijn drive vandaan. Opgegroeid in een jaren ’70 wijk en naar school tussen de flats wist ik dat dit niet deugde, dat ik hier heel ongelukkig van werd, maar nog niet precies waarom. Ik hunkerde naar het boerenland, het boerenleven, was jaloers op iedereen die op de Veluwe woonde en was eerlijk gezegd liever een eeuw eerder geboren, in de wereld die Rien Poortvliet tekende. Zomers ging ik op een boerderij werken in Emst, Rien Poortvliet werd mijn pen-vriend. De teloorgang van grote stukken landschap die ik in de jaren 80 met de spiegelpaleizen langs de snelweg zag ontstaan, de zondagse visites naar de Alexanderpolder, Zoetermeer of het toen nog weinig bruisende Rotterdam-centrum maakte ik goed door naderhand te gaan fietsen langs de Rotte. De Rotte was mijn escape. Nu woon ik in Arnhem, het bos begint aan het eind van mijn straat en ons kantoor is een vrijstaand huisje op de Veluwe. Vanuit die bevoorrechte positie werk ik nog altijd met dezelfde drive aan diezelfde missie – om een mooiere wereld te maken dan die waarin ik zelf opgroeide.
Wat kenmerkt Buro Harro?
Échte landschappen. Nigella Lawson legde eens uit dat haar hoogste doel niet is om heel ingewikkelde creaties te maken, maar eerder de perfecte kip uit de oven – waaraan de gedachte alleen al het water in je mond doet lopen. Dát proberen wij ook te bereiken in de plekken die we ontwerpen. Feel-good landschappen. Herkenbare plekken die je ráken, waar je blij van wordt, ontspannen, opgewonden, landschappen waar je echt zín in kan hebben én de natuur een boost krijgt. Een herfstbos, de duinen, een boomgaard met een zomers gedekte tafel, een zwoele zomeravond bij dat barretje op dat verborgen groene pleintje. Die beelden die je nu in je hoofd hebt, die willen we creëren. Geen ingewikkelde vormen omdat het kan, geen ‘muziek voor muzikanten’, en al helemaal geen creaties die bewust ‘schuren’. Het leven zelf schuurt al genoeg en grote delen van onze (stads-)landschappen maken me depressief, van lelijkheid, verveling en/of het besef van wat verloren is gegaan. Wij willen comfort-landscapes maken, de natuur naar de mensen brengen, vakantiegevoel creëren, maar dan het hele jaar door en op de meest onverwachte plekken. De natuur is daarbij meestal de inspiratie, want zonder iemand tekort te willen doen, de schepper daarboven is wat mij betreft toch de beste landschapsarchitect ever.
Op welk project zijn jullie het meest trots en waarom
Op dit moment is dat het Duindak, een gezamenlijk duinlandschap met strandpaviljoen en zwembad bovenop appartementencomplex ‘Groenmarkt’, Amsterdam. Omdat het net een jaar af is en die plek echt die ervaring geeft -dat buitenleven, dat vakantiegevoel, die natuurervaring- die ik bij de vorige vraag beschreef. Het stikt er van de insecten, bijensoorten, een gezoem van jewelste, boven op het dak, hartje Amsterdam. Als we daar komen en er stapt weer een bewoner uit het zwembad die net haar dagelijkse baantjes getrokken heeft en straalt van geluk, die het nog steeds niet kan geloven dat dit echt waar is, dat dit natuurgebiedje waar ze voor het zwemmen nog even een rondje wandelt en zich vergaapt aan al die diertjes echt haar dak is- daar word ik heel blij van. Ik herinner me nog hoe ik uitgelachen werd over alle vogel- en vleermuizenkasten waar dit natuurinclusieve gebouw (nog voor die term gangbaar was) vol mee zit en alle vragen die we kregen over dit dak. Dat het ons, met het hele ontwerp- en bouwteam, al die jaren gelukt is vol te houden en het eindresultaat mooier is dan de impressies van de tender – daar ben ik wel trots op ja.
Hoe verbinden jullie landschap en stedenbouw in jullie projecten?
Doordat ze één zijn. De stad is ons landschap. Het landschap is waar we wonen, leven, spelen. Er is geen grens. De (openbare) ruimte is de contramal van de bebouwing. Teken je het één dan teken je het ander. In onze hoog-stedelijke projecten brengen we intense landschappelijke / natuurlijke ervaringen de stad in, de tuin in, het dak op, de muur op. De stad als uiterst gevarieerd rotsachtig man-made ecotoop.
In onze laag-stedelijke projecten zijn de (clusters van) woningen heel natuurlijk onderdeel van het landschap, als menselijke enclaves in de natuur. We combineren heel hoogwaardige natuurlijke of biodiverse cultuurlandschappen met hoogwaardige architectuur en that’s it. Net de Italiaanse keuken: supergoeie ingrediënten, maar tegelijkertijd heel basic. Zo simpel en onovertroffen als je vakantiehuisje in de duinen. De natuur tot aan de gevel en het landschap is van iedereen.
En het is óf het één, óf het ander. Stedelijk of landelijk. Geen geestdodende surrogaatlandschappen in halfslachtige dichtheden die meestal ‘woonwijken’ genoemd worden. Geen ‘groen’ (“is dat alles wat je er over kan zeggen?”) als stedelijk purschuim. Uitgesproken smaken en wonen alsof je op vakantie bent.
Wat vind jij de mijlpaal in de afgelopen 100 jaar landschapsarchitectuur?
Pfoe, moet ik even over denken. Het klinkt een beetje raar wellicht, maar eigenlijk ben ik niet zo bezig met landschapsarchitectuur. Het (stads-)lándschap, dáár ben ik vooral mee bezig, overal, altijd. Hoe of door wie het ook tot stand gekomen is. Maar als ik dan toch moet kiezen is het plan Ooievaar, als basis van al die Ruimte voor de rivier-projecten en het meest geslaagde grootschalige Casco-landschapsplan waarin de natuur weer een keer gewonnen heeft, and still counting. Waarin functionaliteit, noodzaak én opbrengsten hand in hand gaan met biodiversiteit, ruimtelijke kwaliteit én toegankelijkheid van ons landschap. Hulde aan plan Ooievaar en zijn makers.