Afgelopen zaterdag is op het Eindhovense NRE terrein het nieuwe Jaarboek Landschapsarchitectuur en Stedenbouw in Nederland 2022 gepresenteerd. Het NRE terrein is een ontwikkellocatie aan de rand van de binnenstad, voorheen gedomineerd door het complex van een gasfabriek. De locatie staat model voor de fase van transitie waarin de ruimtelijke inrichting van Nederland zich bevindt. Maar bovenal, constateert de onafhankelijke selectiecommissie, zijn we aangekomen in de eeuw van de biologie. Stedenbouw en landschapsarchitectuur richten zich meer en meer op natuurlijke processen. De trefwoorden zijn circulair, symbiotisch en natuurinclusief. Een krachtige bodem en een goed watersysteem dragen bij aan een verstrengeling van natuur en architectuur. We bouwen woningen én meer groen.

Dit Jaarboek landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland toont met een selectie van 19 projecten waar de vakgebieden in uitblinken. Bekende en onbekende voorbeelden komen voorbij: het Namenmonument in Amsterdam (Liebeskind/Rijnboutt) en de stadswallen van Muiden (MTD Landschapsarchitecten) maar ook de bermen in de bollengebied van Zuid-Holland (HNS Landschapsarchitecten) en een prachtige tuin in het Limburgse Etsenrade (Lola/Oudolf). Maar liefst twee bruggen werden geselecteerd: de prachtige Cirkelburg bij Almere (WuRCK) en een natuurinclusieve brug in Amsterdam waar door tal van ingrepen ook dieren en planten zich thuis kunnen voelen. Landschapsarchitecten maken alledaagse leefomgevingen mooier en gaan met zichtbaar ontwerpplezier worden de opgaves te lijf gegaan. Maar het meest vernieuwend zijn de ontwerpen voor nieuwe woonbuurten, zoals aan in Eindhoven en Amsterdam. De bouw van tijdelijk woningen gaan hand in hand met de ontwikkeling van landschap, openbaar groen dringt door tot in de portieken van duurzame appartementsgebouwen, en hoogstedelijke verdichting blijkt flexibel en vooral heel leefbaar te kunnen zijn.

De stem van de natuur laat zich ook horen in ontwerponderzoek naar de draagkracht van onze natuur, de interactie tussen stad en land en de inrichting van het platteland in samenspraak met boeren, zoals in de studie van het bureau Nohnik naar de landbouw in Salland, die samen met de boeren werd uitgevoerd. De projecten in het jaarboek worden afgewisseld met korte essays, een fotoreportage over de wandelende bomen in Leeuwarden en met een interview met minister De Jonge.

De selectie van deze negentiende editie van het jaarboek stond onder voorzitterschap van Esther Agricola en werd verder gemaakt door Berdie Olthof (Feddes- Olthof), Mike Emmerik (Crimson), Jana Crepon (InsideOutside) en Edzo Bindels (West8). Het jaarboek is samengesteld door de redactie van tijdschrift Blauwe Kamer. De eerste exemplaren werden door commissievoorzitter Esther Agricola uitgereikt aan wethouder Rik Thijs, rijksadviseur Jannemarie de Jonge en de voorzitters van de BNSP en NVTL Stefan Bodecker en Ben Kuipers.

Tijdschrift Blauwe Kamer verschijnt 4 x per jaar (waarvan een keer in combinatie met het Jaarboek). Daarnaast worden 8 e-zines geproduceerd.