5 vragen aan: Arjan Nienhuis - NVTL

5 vragen aan: Arjan Nienhuis

Details

5 vragen aan is een rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Dat kan, want we zijn altijd op zoek naar nieuwe inspirerende verhalen! Stuur een mail.

di 26 september 2023

Wie ben je en wat doe je?
Mijn naam is Arjan Nienhuis, 46 jaar geleden geboren op de Zeeuwse klei, Goes. In 1994 verhuisde ik als jongste van drie met mijn ouders naar de Bommelerwaard, Zaltbommel. 1995 was het jaar van de bijna-ramp en evacuatie van de bewoners uit het rivierengebied én het jaar van mijn eindexamen. Daarna ben ik uitgevlogen naar Wageningen voor de studie L30, Landschapsarchitectuur. Heel fijn vond ik daar de ‘vrije’ ruimte waarin je zelf een deel van je studie mocht invullen. Eén van mijn afstudeervakken heb ik bij Watermanagement gedaan en in Delft heb ik meerdere stedenbouwkundige (ontwerp)modules gevolgd en afgerond.

Na wat omzwervingen woon ik sinds 2007 weer in de Bommelerwaard, aan de rand van het landerige Bruchem. In dat jaar ben ik ook als zelfstandig ondernemer gestart met mijn eigen ontwerp- en onderzoeksbureau. De afgelopen jaren heb ik aan mooie projecten gewerkt zoals Ruimte voor de Rivier, Regio van de Toekomst en de Open Oproep Prachtige Productielandschappen. Recent ben ik aan de slag gegaan als kwartiermaker NVTL en bij het College Rijksadviseurs in Den Haag. Ik vind het heel inspirerend om – samen met gedreven collega’s – te werken aan urgente thema’s en (on)gevraagd te adviseren over actuele maatschappelijke opgaven en omgevingskwaliteit.

Waar komt jouw fascinatie voor landschapsarchitectuur vandaan?
Van jongs af aan kom ik graag buiten. Het boeide me toen al waarom het ene landschap zo heel anders is dan het andere. Tijdens mijn studie werden die vragen beantwoord. Landschapsarchitectuur vind ik een prachtig vak omdat het mij in staat stelt vorm te geven aan actuele thema’s en een toekomst. Mijn ervaring is dat je woorden en denklijnen tot leven kunt brengen door middel van schetsen en (kaart)beelden. Ik vind het heerlijk om met creativiteit en ‘beeldtaal’ scherpte te krijgen in een dialoog. Hierdoor tekenen (beleids)keuzes zich letterlijk af. Door deze manier van werken heb ik bijgedragen aan meerdere projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier of bijvoorbeeld in het kader van de RES aan de Duurzame polder – als onderdeel van de Beerse Overlaat – tussen Oss en ’s-Hertogenbosch.

Kaarten en (cultuur)historie vormen voor mij een inspiratiebron. Zo heb ik in het project De Hoofdige Boer in de IJsselvallei veel geleerd van het toepassen van ‘oude’ principes en strategieën bij actuele vragen zoals het omgaan met bijvoorbeeld droogte. Hogere grondwaterpeilen, minder (diepe) sloten en herintroductie van vloeiweides en sponsgebieden kunnen leiden tot een veelkleuriger landschap waarbij landbouw en natuur hand in hand kunnen gaan en veel minder kwetsbaar zijn dan nu. Het gaat mij niet zozeer om het ‘mooi of lelijk’ van een ontwerp of het eindplaatje, maar wel om het scheppen van condities waarbinnen (natuurlijke) processen en levend ‘bouwmateriaal’ tot uiting kunnen komen en mede bepalend zijn voor de ruimtelijke kwaliteit.

Sinds kort ben je werkzaam bij de NVTL als kwartiermaker. Waar ga je je mee bezig houden en welke ambities heb je vanuit deze rol?
Als kwartiermaker verbind ik actuele thema’s en (vak)mensen van binnen en buiten de ontwerpwereld. Zo hoop ik creativiteit en samenwerkingen tot stand te brengen die bijdragen aan een mooier Nederland en een sterkere positie van ontwerpers. Inhoudelijk draag ik bij aan de programmering van de NVTL en Platform Ontwerp NL waarin naast de NVTL ook zes andere beroepsverenigingen zijn verenigd. Mijn rol als kwartiermaker is om vanuit het Platform (mede) vorm te geven aan de Dag van de Ontwerpkracht. Eén van mijn ambities is om studenten en jonge professionals sterker te betrekken bij debatten en ontwerpateliers over de ruimtelijke toekomst van Nederland. Young NVTL heeft bijvoorbeeld een debat georganiseerd over de ontwikkelingen van AI en de mogelijke consequenties voor ruimte en samenleving. Dat zijn actuele ontwikkelingen die mede vormgeven aan onze toekomst.

Door hen een breder podium te geven, hoop ik op een kruisbestuiving tussen lef, jong bravoure en ervaring, netwerken van de ‘oudere’ garde (waartoe ik mezelf inmiddels ook reken).

Wat zie je als de grote uitdaging van ons vakgebied en voor de NVTL?
Tja, uitdagingen genoeg. Hoe kom je tot een passende herinrichting van Nederland binnen de grenzen van natuurlijke systemen? Hoe kom je met elkaar in een steeds sterker polariserend stelsel tot gezamenlijke toekomstrichtingen? Sociaal-maatschappelijke en ruimtelijke transities kosten tijd, de klimaatklok tikt. Dat vind ik grote uitdagingen. Ik ben er van overtuigd dat het helpt om te denken en handelen vanuit de logica van onder andere de bodem- en watersystemen en de natuurlijke processen die daarmee samenhangen. Dit biedt houvast aan de grote ruimtelijke keuzes van de ‘puzzel’ en de ‘wederombouw’. Als ontwerpers kunnen we een rol spelen door ontwerpgericht, integrerend denken centraal te stellen en zo sectorale barrières te overbruggen. Creatief en met een open, innovatieve blik gericht op kansen en keuzes. Deze manier van denken en werken heeft best practices opgeleverd van ruimtelijke innovaties op diverse schaalniveaus. Zet deze in de etalage en ga na waarom het daar wel lukt, wat ging goed, wat kan (nog) beter? Zeker ook met betrekking tot governance. Volgens mij moet de NVTL het debat hierover faciliteren en warm houden. Ook samen met het Platform Ontwerp NL, andere (kennis)partijen zoals PBL, Deltares, CRa, WUR en uiteraard de vele mooie ingenieurs- en ontwerpbureaus.

Wat is jouw favoriete plek binnen de landschapsarchitectuur? (Denk aan een specifiek landschap, natuurgebied, tuin of project)
Oei, dat vind ik een moeilijk te beantwoorden vraag… Ik houd toch het meest van weidse landschappen waar de elementen vrij spel hebben. Ik denk nu bijvoorbeeld aan een wandelvakantie langs de westkust van Ierland waar huizenhoge golven uit de Atlantische Oceaan inbeukten op de steile rotsen. Veel minder heftig, maar de Friese meren vind ik ook aantrekkelijk.

De grote afwisseling en diversiteit van de landschappen in de Nederlandse delta boeien me zeer. En natuurlijk het rivierengebied! De Duivelsberg nabij Beek-Ubbergen in contrast met de Ooijpolder bijvoorbeeld. De liefelijke en afwisselende IJsselvallei met de geleidelijke overgangen naar de hoger gelegen delen. Of Heerewaarden, een dorpje tussen Waal en Maas in een gelaagd landschap dat ooit van groot strategisch, militair belang was. Tot ruim een eeuw geleden stroomden hier de rivieren via overlaten nog vrijelijk in elkaar over. En dat zie je nog steeds terug in het grillige landschap. Of denk bijvoorbeeld aan (het eiland van) Dordrecht waar de Voorstraat de hoofdwaterkering is. Deze winkelstraat loopt dwars door het historische centrum heen, waarvan de noordelijke delen buitendijks liggen en periodiek kunnen overstromen. Gedifferentieerde overstromingsrisco’s… wat voor landschappen kan dat opleveren?!