5 vragen aan: NVTL-bureaulid Stijn Koole (BoschSlabbers) - NVTL

5 vragen aan: NVTL-bureaulid Stijn Koole (BoschSlabbers)

Details

5 vragen aan is een nieuwe rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten de komende tijd diverse leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Stuur een mail.

do 27 januari 2022

Wie ben je en waar hou je je mee bezig?
Ik ben Stijn Koole (43), afgestudeerd als landschapsarchitect aan de Wageningen Universiteit. Na mijn stage in 2002 ben ik doorgegroeid tot één van de vier partners binnen BoschSlabbers Landschapsarchitecten. Een bureau met ruim 30 jaar ervaring, dat met een nieuwe frisse blik en met een team van 35 technici, landschapsontwerpers, – architecten en stedenbouwkundigen tekent aan het landschap van morgen.

Naast het inhoudelijk vorm geven aan verschillende type projecten met alles wat daarbij komt, gaat ongeveer de helft van mijn tijd op aan het management van het bureau. Daarbij geloof ik heilig in het ontwikkel potentieel van jonge nieuwe collega’s. Daarom creëren wij sterke teams van verschillende mensen en vakgebieden om zo frisse ontwerpen te maken. Daarom houden we de organisatie zo plat als mogelijk en heeft iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid. Dat betekent voor mij coachen, inspireren en mensen uitdagen om zo het team hecht en vernieuwend te laten zijn.

Waar ligt jouw interesse binnen de landschapsarchitectuur?
Dat is een moeilijke vraag want voor mij niet eenduidig te beantwoorden. Juist de volle breedte van het vakgebied heeft mijn interesse. De ruimtelijke vraagstukken voor de lange termijn en hoe deze aan de korte termijn te koppelen zijn, intrigeren mij vanwege het aantrekkelijke vrije toekomstdromen en dat meenemen in de ontwerpen om het nu in realiteit te brengen. Als vader van 3 jonge kinderen wil ik nu bijdragen aan het vormgeven van de grote vraagstukken zodat ook zij over 20/30 jaar nog door onze prachtige, maar ook vitale en leefbare landschappen kunnen bewegen. Eén van de belangrijkste opgaven waar we nu voor staan. Daarbij is het ontsluiten van kennis en verbinden van mensen om zo in dialoog met elkaar verder te komen iets wat mij boeit.

Een ontwerp is pas echt gelukt als een brede groep aan partijen enthousiast wordt. En natuurlijk wordt de beelddenker in mij daarbij extra gelukkig als dat gepaard gaat met krachtige tekeningen, verrassende verbeeldingen en uiteindelijk overtuigende foto’s van het gerealiseerde werk.

Wat zijn volgens jou de grootste toekomstige uitdagingen voor de landschapsarchitectuur?
Niet eerder komen zoveel grote opgaven op onze al druk bezette leefomgeving af: de energietransitie, CO2 en stikstof, klimaatadaptatie, landbouwtransitie, biodiversiteitsherstel, een enorme woningbouwopgave en dat aan de vooravond van grote technologische ontwikkelingen die ook impact hebben op hoe we wonen en werken. De grootste opgave is om al deze deelopgaven in onderlinge samenhang tot een oplossing te brengen, waarbij we ontwikkelgericht en adaptief aan een aantrekkelijk landschap bouwen dat haar kernkwaliteiten blijft behouden. Want: onze ruimte is en blijft schaars!

Bijvoorbeeld: Hoe zorgen we ervoor dat we de opgave van 1 miljoen woningen in bestaand stedelijk gebied combineren met nieuwe straten en openbare ruimten die voorsorteren op wateropslag, verkoeling, het terugleveren van energie, digitalisering en thuiswerken, hergebruik van materialen en stedelijke biodiversiteit. Dat vraagt om een geheel nieuwe opzet, waarbij de ondergrond sterk meedoet in het ontwerp: lokaal qua kabels, leidingen, water- en warmtebuffer en groeiplaats, maar op een hoger schaalniveau ook qua bodemtype, maaiveldhoogte en daarbij passende bouwwijze. Hier zijn we met ons StraaD project samen met partners al een aantal jaar onderzoek naar aan het doen. We brengen in kaart/ beeld wat er inmiddels wordt gedaan, vervolgens inspireren we en passen we het zelf toe in onze ontwerpen.

Welke eigenschap is onmisbaar voor een landschapsarchitect?
Verwondering door observatie. Het (leren) kijken en observeren van alles wat er om je heen gebeurt. Waarom gebeuren bepaalde zaken, wat zijn de gevolgen, willen we dat wel of juist ook niet? Allemaal vragen wat mij dagelijks bezig houdt. Dat observeren zit in de kleinste details van een buitenruimte ontwerp tot en met de grote vraagstukken die op ons als samenleving afkomen. Niets vanzelfsprekend aannemen en steeds proberen te begrijpen hoe iets werkt. Hoe werken de verschillende natuurlijke systemen en hoe zetten we dit in voor de inrichting van onze leefomgeving? Zo blijft de duale kracht van water mij elke keer verwonderen: het leven dat ervan afhankelijk is, met de kleinste hoeveelheid water groeien al uitzonderlijke ecosystemen, maar tegelijkertijd is het verwoestend en weten we niet hoe snel we ervan af moeten. Maar verwondering is ook observeren hoe (politieke) processen werken en waarom het ons tot op heden maar niet lukt om een klimaat adaptieve straat ook écht te realiseren terwijl dat eigenlijk zo vanzelfsprekend en logisch is als je er over nadenkt.

De NVTL bestaat dit jaar 100 jaar, wat zie jij graag op de agenda?
Internationale Dialoog. We hebben als vakgebied een rijke geschiedenis. Van verheven vergezichten tot gerealiseerde projecten, van visies tot uitvoeringsagenda’s en van wetgeving tot vernieuwende samenwerkingsverbanden. Maar bovenal krachtige ontwerpers in het publieke domein die weten te verleiden, te overtuigen en te inspireren. Hoe geweldig zou het zijn als al deze kennis én expertise die we in Nederland in 100 jaar hebben opgedaan kunnen delen met een veel breder publiek. En ja, ik weet dat er al aardig wat bureaus zijn die internationaal projecten doen. Maar ik mis een gedeelde dialoog waarin we onze ‘lessons learned’ durven te delen in een breder gedeeld internationaal netwerk.  Mijn overtuiging is dat deze dialoog helpt om de mondiale vraagstukken en de transities die we moeten maken echt in beweging krijgen. Dat heb ik zeker geleerd in mijn verschillende reizen naar, en projecten in het buitenland: deel informatie en ik ben ervan overtuigd dat wij als vakgebied daar veel leergeld voor terug krijgen. Als vakgebied, als ontwerpbureaus, maar zeker ook in de opleidingen.