5 vragen aan: NVTL-bureaulid Harro Wieringa (Witteveen+Bos) - NVTL

5 vragen aan: NVTL-bureaulid Harro Wieringa (Witteveen+Bos)

Team Witteveen+Bos afdeling gebiedsontwikkeling

Details

5 vragen aan is een rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Dat kan, vanaf september 2022 zijn we weer op zoek naar nieuwe inspirerende verhalen! Stuur een mail.

ma 16 mei 2022

Wie ben je en waar hou je je mee bezig binnen Witteveen+Bos?
Ik ben Harro Wieringa, landschapsarchitect, en vanaf 2006 werkzaam. Na begonnen te zijn als landschapsarchitect bij de waterrijke gemeenten Den Haag en Rotterdam ben ik in 2011 bij Witteveen+Bos neergestreken. Daar heb ik in eerste instantie het team landschapsarchitectuur en erfgoed opgezet. Dit team groeide ook met stedenbouwkundig ontwerpers en in 2018 is het team gesplitst in ‘landschapsarchitectuur en erfgoed’ en ‘stedenbouw’ waarna ik verder ben gegaan als teamleider stedenbouw. Als landschapsarchitect geef ik daarmee leiding aan een groep ontwerpers in stedelijk gebied. Dit doe ik binnen een afdeling gebiedsontwikkeling met teams als stedelijk klimaat, integrale planvorming en andere teams. Het is een bewuste keuze van Witteveen+Bos om ons team maar ook andere teams met ontwerpers op andere plekken in het bedrijf dicht tegen andere disciplines aan te zetten en zo kruisbestuiving te laten ontstaan. Ik voel mijzelf als spin in het web tussen al deze verschillende ontwerpers. De kennisuitwisseling, talentontwikkeling en sociale cohesie versterken vind ik daarbij net zo uitdagend als mijn inhoudelijke rol in projecten.

Portret Harro Wieringa

Welke rol heeft de landschapsarchitect binnen een ingenieursbureau?
De rol van een landschapsarchitect is die van integrator en spin in het web. Hierbij zijn we altijd op zoek naar de optimale balans tussen creatieve ambitie en praktische haalbaarheid. Wij staan daarbij in het midden van integrale planvorming waarbij het ontwerp gebruikt wordt om verbinding tussen disciplines te leggen, complexe informatie toegankelijk te maken en hoge ambities uitgevoerd te krijgen. De basis hierbij is dat we impact willen maken door bij te dragen aan de Sustainable Development Goals, die wij hebben doorvertaald naar 7 duurzame ontwerpprincipes waar wij als ontwerpers impact op kunnen hebben. Daarbij gaan we uit van de identiteit van de plek ’genius loci’, waarbij natuurlijke processen voor ons sturend zijn in ruimtelijke keuzeafwegingen. Dit doen we door middel van ingenieuze oplossingen, doordat we als ontwerpers altijd nauw en samen met andere disciplines werken.

Wat zijn de toekomstige uitdagingen voor Witteveen+Bos?
Wij willen de wereld positiever achterlaten dan hij nu is. Om die reden werken we onder andere aan een visie op verschillende thema’s als energie, transitie van het landelijk gebied, mobiliteit en klimaat. Ons landschap verandert drastisch met veel ruimteclaims op hetzelfde gebied. Functiecombinatie is daarmee noodzakelijk. Eén van die invalshoeken is de koppeling tussen ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit. Natuurinclusief ontwerpen is tegenwoordig een hot-topic. Echter beperkt deze benadering zich vaak tot het objectniveau (gebouw, beplanting en materialisatie). Wij willen hier een stap verder in gaan en natuurvermeerderend ontwerpen. Zo zien we stedelijke ontwikkeling bijvoorbeeld als kans om meer natuur te realiseren dan er daarvoor was. Hierbij onderzoeken we hoe het gebouw een schakel kan vormen in het ecologisch netwerk en landschapssysteem op grote schaal. Hoe kun je bijvoorbeeld corridors door de stad maken door aaneenschakeling van objecten en materialen? Wij zien de stad daarbij als natuurlijke canyon met een grote diversiteit aan microklimaten. Maar we onderzoeken bijvoorbeeld ook hoe we landbouwgrond kunnen transformeren, om daarmee een bijdrage te leveren aan de vermindering van stikstofuitstoot en het verbeteren van biodiversiteit. Bij het ontwerp hiervan zijn een hoop keuzes te maken die direct invloed hebben op ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit. Ze bepalen in grote mate of we een soortenarm milieu of een groen, levendig en soortenrijk landschap realiseren.

Gebiedsvisie de Dorschkamp Wageningen
Gebiedsvisie de Dorschkamp Wageningen

Kun je een voorbeeld van een project geven waarin Witteveen+Bos natuurvermeerderend ontwerpt?
In samenwerking met de gemeente Schiedam werken we aan een methode om natuurvermeerderend ontwerpen in de stad te stimuleren. We kijken hierbij goed welke ontwerpkeuze aansluit bij de ecologische ambitie. We willen hierbij keuzebewustzijn genereren en bekijken stedenbouw en landschap daarbij als één geheel. Als er bijvoorbeeld transformatie van een wijk plaatsvindt, is dan hoog- of laagbouw gewenst voor de aanwezige flora en fauna? We kijken hierbij gericht naar voor- en nadelen. Zo levert hoogbouw per hectare meer openbare, groene ruimte op en biedt kansen voor soorten die verblijfplaatsen kennen op hoogte, zoals roofvogels. Anderzijds zorgt hoogbouw voor meer schaduw en windhinder, iets dat negatief voor bijvoorbeeld beplanting kan uitpakken. De inrichting van (voor)tuinen heeft ook grote invloed op de biodiversiteit. Met name voortuinen zijn vaak divers, maar de vraag is of die diversiteit ook aansluit bij het ecologisch systeem op een groter schaalniveau. Er bestaat namelijk een groot risico op verharding of versnippering (hekken en schutting zonder ecologische passeermogelijkheid). Zo kan het op objectniveau wellicht goed gaan, maar niet het ecologisch systeem dienen. In de uitwerking van deze methode maken we dergelijke keuzes expliciet en willen we kijken hoe we ontwikkelende partijen kunnen stimuleren om bewuste keuzes te maken. Hoewel biodiversiteit hierin leidend is kijken we ook naar de businesscase voor dergelijke partijen.

Natuurvermeerderende stedenbouw Schiedam

Wat vind jij een mijlpaal in de afgelopen 100 jaar landschapsarchitectuur?
Ik vind het programma Ruimte voor de Rivier een mijlpaal voor de landschapsarchitectuur in de afgelopen 100 jaar. Dit is één van de grote programma’s waar we als land de keuze hebben gemaakt meer ruimte (terug) te geven aan de natuur. Deze gedachtegang heeft zich doorontwikkeld onder de vakgemeenschap als je kijkt naar Building with nature-projecten als de Zandmotor, waarbij we niet enkel meer ruimte geven aan de natuur, maar haar proces sturend laten zijn in onze uitvoering en fasering. Ik hoop dat dit gedachtegoed zich blijft ontwikkelen en we de komende 100 jaar op een planeet wonen waarbij het comfortabel leven blijft. Ik denk dat we als landschapsarchitecten hierin een grote rol hebben om mensen te blijven inspireren.