5 vragen aan: NVTL-lid Gerwin de Vries - NVTL

5 vragen aan: NVTL-lid Gerwin de Vries

© 2020 Mark Prins

Details

5 vragen aan is een rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Dat kan, want we zijn altijd op zoek naar nieuwe inspirerende verhalen! Stuur een mail.

di 10 januari 2023

Wie ben je en wat is je achtergrond?
Gerwin de Vries, eigenaar en landschapsarchitect bij Flux landscape architecture.

Wat kenmerkt Flux?
Flux werkt aan grote opgaven op verschillende schaalniveaus. Het team van 22 mensen bestaat uit ontwerpers, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen. Die opgaven zijn bijvoorbeeld klimaatsverandering, daling van biodiversiteit of de manier waarop we in ons voedsel voorzien. Binnen het bureau maken we grote schaalstappen, van ontwerpend onderzoek tot het ontwerp en de detailuitwerking van openbare ruimtes, parken en daktuinen. We zetten altijd in op een sterk concept en een communicatieve verbeelding van projecten.

Ontwerpend onderzoek naar de betekenis en het belang van biodiversiteit (Jaarboek HWBP 2022)

Op welk project ben je het meest trots en waarom?
Moeilijk te zeggen, omdat er meerdere projecten zijn waar ik trots op ben en vooral de variatie aan projecten binnen Flux en het leuke team maakt me trots…. Maar als ik een recent project moet noemen dan kies ik ‘Eindhoven Groenvisie‘. Hierin hebben we voor de gemeente Eindhoven een ruimtelijke visie ontwikkeld op een toekomstbestendige openbare ruimte, als tegenwicht op de verdichtingsopgave in de stad. In deze visie is meer ruimte voor natuur, kan regenwater beter opgevangen, zijn er meer plekken voor ontmoeting en wordt hittestress tegengegaan. Het project voelt erg relevant, omdat het een landschappelijke aanpak introduceert in een stad die nu erg verhard en stenig is. Deze aanpak zou in meer steden kunnen werken.

Wilhelminaplein als nieuw klimaatplein voor Eindhoven (Eindhoven Groenvisie Flux 2022)

Tegelijk ben ik trots op dit project omdat we een strategie voor de gehele stad hebben ontwikkeld, maar ook op tien plekken een concrete ruimtelijke uitwerking voorstellen, zoals een nieuw klimaatplein. Deze tien projecten kunnen eerste stappen zijn in de realisatie van de visie. Dit maakt het project ruimtelijk en concreet, en daarmee meer dan een abstracte visie alleen.

Wat zijn volgens jou de toekomstige uitdagingen in de landschapsarchitectuur?
We zitten in een erg interessante tijd en ik voel me onderdeel van een nieuwe generatie landschapsarchitecten die werkelijk een bijdrage willen leveren aan een betere en duurzamere wereld. We zullen volgens mij moeten zoeken we naar ontwerpen die verder gaan dan een esthetische oplossing alleen, maar altijd een verbetering zijn in het landschappelijke systeem. Bij Flux beschouwen we landschap vooral als werkend systeem en als een verzameling van stromen. Steden en gebouwen kunnen regenwater bergen, verkoeling bieden. Buitengebieden kunnen aantrekkelijke recreatieve landschappen zijn, maar tegelijk voedsel produceren en een hoge biodiversiteit hebben. Hoe ontwerpen we toekomstbestendige landschappen die als systeem goed werken en daarmee bijdragen aan grote transities waar we voor staan? Zie ook project Eetbare Waddenkust van Flux en op een kleiner systeem project Horizons Amsterdam.

Bodemsoorten en een wisselende dynamiek bepalen de condities voor flora, fauna, voedselproductie en menselijk gebruik (Eetbare Waddenkust Flux 2021)
Landschap en gebouw vormen samen een werkend systeem (Horizons Sluisbuurt Flux 2020 ism Paul de Ruiter architecten)

Wat vind je DE mijlpaal in de afgelopen 100 jaar landschapsarchitectuur?
Ik denk dat de jaren 80 een belangrijke periode is geweest voor het vak. Hier heeft de landschapsarchitectuur zich ontwikkeld tot een volwaardige ontwerpdiscipline. Bureaus als B+B, HNS en West8 begonnen in multidiciplinaire ontwerpteams te werken. Er ontstond ook echt een ontwerpcultuur met sterke concepten, ontwerpend onderzoek, verfijnde ontwerpen en een experiment met nieuwe materialen. Het domein werd opgerekt tot vliegvelden, afvalcentrales, dijken, stedenbouw en ondergrondse systemen. Deze offensieve en integrale aanpak bracht het vak voorbij het ontwerp van tuintjes of de aanleg van schaamgroen rondom de steden. Ook persoonlijk waren deze projecten voor mij een sterke inspiratie om landschapsarchitect te worden, het vak was zo relevant en compleet.