5 vragen aan: Young professional Louisa van den Brink - NVTL

5 vragen aan: Young professional Louisa van den Brink

Details

5 vragen aan is een nieuwe rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten de komende tijd diverse leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Stuur een mail.

ma 20 september 2021

Young professional en NVTL-lid Louisa van den Brink startte in 2015 met de opleiding Landschapsarchitectuur in Wageningen. Tijdens deze opleiding volgde zij een half jaar lang de minor TIL (transport, infrastructuur en logistiek) aan de TU Delft. In 2018 heeft Louisa de overstap gemaakt naar de master Stedenbouw in Delft en daar is zij afgelopen zomer afgestudeerd met het afstudeerproject ‘In Between Nature: Nature Based Placemaking for Rotterdam’s territories in-between’.  Haar project wordt in februari 2022 gepresenteerd op de Ecocity World Conference. Sinds 1 september werkt ze bij Witteveen+Bos als stedenbouwkundig ontwerper. Wij stelden Louisa vijf vragen.

Waarom ben je in 2015 begonnen aan de opleiding Landschapsarchitectuur in Wageningen?
Ik ben opgegroeid op de oude woonboerderij van mijn ouders in het buitengebied van Olst met een groot stuk grond waar mijn vader een inheemse orchideeën tuin heeft aangelegd. Mijn vrienden kwamen vrijwel allemaal uit de stad en ik realiseerde me al vrij snel dat het een uitzonderlijke plek was om op te groeien. Ik denk dat dit een belangrijke invloed heeft gehad op de manier waarop ik het landschap beleef. Daarnaast ben ik altijd veel creatief bezig geweest. Toen ik een studie moest kiezen was ik opzoek naar een vakgebied waarin ik zowel op creatief vlak mijn ei kwijt kon, maar ook academische diepgang kon vinden. Op een meeloop dag voelde ik mij al snel thuis tussen de mensen die ik leerde kennen op de opleiding in Wageningen. Zij deelden dezelfde fascinatie en passie voor landschappen. Zij wisten vanuit geologie en cultuurhistorie het verhaal van het landschap te vertellen zoals we dat nu beleven. Dat vond ik fascinerend en daar wilde ik graag meer van weten.

Waar zie jij jezelf over 5 jaar?
Ik zie mezelf als stedenbouwkundige met een landschap architectonische benadering. Het lijkt mij mooi om in de toekomst te werken aan een woningbouwproject dat functioneel ontworpen wordt in sterke relatie tot het omliggende landschap. Zoals historisch gezien de brinkdorpen op de hoge zandgronden die wat betreft functie en vorm onlosmakelijk verbonden waren met het landgebruik van de omliggende gronden. Maar ook bijvoorbeeld vissersdorpen zoals Urk die nog steeds maatschappelijk een sterke samenhang hebben met het IJsselmeer landschap. Ik zou graag willen werken aan ruimtelijke projecten waarbij de disciplines van stedenbouw en landschapsarchitectuur compleet met elkaar geïntegreerd zijn.

Hoe zie jij de toekomst van de landschapsarchitectuur?
Ik denk dat de landschapsarchitectuur zich in de toekomst steeds meer zal moeten positioneren in samenhang met de stedelijke omgeving. Hoe verhoudt de stad zich tot het omliggende platteland en hoe maken bewoners van die stad gebruik van dat land?

Momenteel zijn dit vaak gescheiden werelden. Ik geloof dat we deze relatie tussen stad en land weer moeten herontdekken. Hoe kunnen we het platteland in dienst laten staan van de omliggende steden? Productiebossen voor de bouw van onze steden, energieopwekking middels moderne technieken en lokale voedselproductie kunnen allemaal bijdragen aan het versterken van deze relatie tussen stad en land. Daarnaast moeten we meer ruimte maken voor de dynamiek van de natuur binnen onze gebouwde omgeving. Op deze manier ontstaat vanzelf een sterkere samenhang met het landschap. Denk bijvoorbeeld aan woningen die bestand zijn tegen overstromingen eens in de zoveel jaar.

Waarom ben je NVTL-lid geworden?
Ik laat mijn werk als stedenbouwkundige graag inspireren door projecten van landschapsarchitecten. Landschapsarchitecten zijn vaak creatiever en intuïtiever van aard, dat inspireert mij. Door lid te worden van NVTL hoop ik op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de landschapsarchitectuur. Ik ben vooral geïnteresseerd in landschappelijke projecten die zich bevinden aan de stadsranden en semi-gebouwde omgeving; projecten die van grote betekenis kunnen zijn op het dagelijks leven van mensen in de stad.

Welke plek fascineert jou?
Plekken die mij erg fascineren zijn de tussenin gebieden langs de stadsranden van steden. Dit zijn gebieden die vaak niet echt stedelijk zijn, maar ook niet landelijk. Ze bevinden zich soms letterlijk tussen stad en land in en zijn vaak van matige ruimtelijke kwaliteit. Dit soort gebieden worden ook wel “territories in-between” genoemd en staan centraal in mijn afstudeeronderzoek. Territories in-between worden gekenmerkt door grote mate van functiemenging met onder andere sportcomplexen, industrieterreinen, kassen en volkstuincomplexen. De grote ruimtelijke heterogeniteit van deze gebieden brengt unieke sociale en ecologische waarden met zich mee die anders zijn dan puur stedelijke of landelijke gebieden. Jammer genoeg worden deze gebieden vaak eenzijdig benadert en verdicht met grootschalige woningbouwprojecten. In mijn afstudeeronderzoek introduceer ik een nieuw planning concept voor de stadsranden van Rotterdam genaamd: The Recovering Membrane. Dit kan omschreven worden als een ruimtelijk ontworpen tussen-in-gebied langs de stadsrand, dat functioneert als een zone van interactie en uitwisseling tussen het stedelijke en landelijk gebied. Het idee is dat we een tussen-in-gebied ontwerpen dat interactie tussen mens, dier en natuur langs de stadsrand maximaliseert en ruimte biedt aan de typische functies in de territories in-between die nu onder druk staan van verstedelijking, zoals de kleinschalige industrie, sportcomplexen en volkstuintjes.