Advies ‘samenwerken aan omgevingskwaliteit in het landelijk gebied’
‘Zet goede omgevingskwaliteit centraal in het Nationaal Programma Landelijk Gebied’ luidt het advies dat vanuit het IMpactnetwerk Bouwcultuur, een netwerk van 23 maatschappelijke partijen, experts, planologen en het College van Rijksadviseur, aan minister Christianne van der Wal is aangeboden. Goede omgevingskwaliteit is een publieke waarde en biedt houvast voor een maatschappelijke dialoog. Een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied ontstaat niet vanuit een optelsom van doelen voor natuur, klimaat en water als deze doelen niet geworteld zijn in het streven naar een betere kwaliteit van de leefomgeving op lokaal en regionaal niveau.
“Hoe kan het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) sturen op een transitie van het landelijk gebied met behoud en waar mogelijk verbetering van omgevingskwaliteit?” Zo luidde de vraag die de ministeries LNV, BZK en IenW stelden aan het (IM)Pactnetwerk Bouwcultuur. De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, Vereniging Deltametropool en het College van Rijksadviseurs werkten deze vraag uit in een advies, dat is aangeboden aan minister Christianne van der Wal. Het advies geeft concrete handvatten, schetst structurerende keuzes voor het NPLG, en laat zien hoe provincies omgevingskwaliteit mee kunnen nemen in gebiedsprocessen.
Zet omgevingskwaliteit centraal
Na onderzoek, interviews met praktijkmensen en het betrekken van experts is het antwoord op de gestelde vraag eensluidend: zet omgevingskwaliteit centraal in het beleid voor het landelijk gebied. Het gaat daarbij niet alleen om hoe het landschap er uit ziet, maar ook over functionaliteit, economie, diversiteit, duurzaamheid, identiteit en ruimtelijke context. En over de manier waarop transities tot stand komen, de governance. Deze integrale benadering van omgevingskwaliteit sluit aan bij recente Europese initiatieven en (ook door onze regering ondertekende) verklaringen zoals de Verklaring van Davos over Baukultur.
Omgevingskwaliteit is geen vaststaande grootheid maar vraagt om een dialoog over wát kwaliteit is op een bepaalde plek, nu en in de toekomst. Dat maakt het streven naar goede omgevingskwaliteit een verbindende opgave, die het mogelijk maakt om een aansprekend, gezamenlijk verhaal te ontwikkelen en het publieke belang daarin voorop te stellen. Waarom is deze transitie de moeite en pijn waard? Hoe zorgen we ervoor dat de omgeving erop vooruit gaat, voor deze generatie en de generaties daarna?
“De doelstelling van het NPLG zou moeten zijn: een toekomstbestendige transitie van het landelijk gebied waarmee de omgevingskwaliteit verbetert en het landelijk gebied wordt versterkt in functioneel, ecologisch, economisch en sociaal-maatschappelijk opzicht, en waarmee wordt voldaan aan de Europese normen voor natuur, water en klimaat.” – (IM)pactnetwerk Bouwcultuur, Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, Vereniging Deltametropool en College van Rijksadviseurs.
Zet ontwerpkracht in
Streven naar goede omgevingskwaliteit is een werkproces. Waarden, belangen en opgaven moeten met elkaar verbonden worden. Het inzetten van ruimtelijk ontwerpen is daarbij essentieel. Een ontwerp prikkelt de verbeeldingskracht en wakkert het verlangen aan naar het onbekende en nieuwe. Het ontwerpend onderzoeken van verschillende scenario’s helpt bij de zoektocht naar een gedeeld perspectief. Het op alle schaalniveaus tijdig en strategisch inzetten van ontwerpkracht – en daarmee ook verbeeldingskracht –is daarom onmisbaar om de ingewikkelde veranderingen mogelijk te maken en de ‘ruimtelijke puzzel’ te leggen. Het is dan ook essentieel om ontwerpkracht in te zetten van prille start tot uitvoering.
Benut kwaliteitsinstrumentarium
Er zijn veel kwaliteitsinstrumenten beschikbaar. Er zijn uitnodigende, stimulerende instrumenten en er zijn dwingende juridische instrumenten (de wortel en de stok) die invloed hebben op ofwel de kwaliteitscultuur ofwel het kwaliteitsresultaat. De instrumenten kunnen elkaar versterken, mits ze evenwichtig worden ingezet. Het NPLG moet stimuleren en borgen dat samenhangende kwaliteitsinstrumenten worden ingezet op alle ruimtelijke schaalniveaus en tijdens alle fasen van het transitieproces (programma tot en met uitvoering). Hoe dat ingevuld wordt, is sterk locatiegebonden, er is geen blauwdruk te geven. Het advies geeft voorbeelden en handvatten.
Het advies ‘samenwerken aan omgevingskwaliteit in het landelijk gebied’ is hier te downloaden.