5 vragen aan: nieuw NVTL-lid Lianne Lettink - NVTL

5 vragen aan: nieuw NVTL-lid Lianne Lettink

Details

5 vragen aan is een rubriek op de NVTL.nl en in nieuwsbrief Het Kanaal. We laten diverse leden aan het woord: leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, student leden en bureauleden. Wil je ook meedoen of iemand voordragen? Stuur een mail.

ma 21 februari 2022

Wie ben je en waar hou je je mee bezig?
Mijn naam is Lianne Lettink (49 jaar) en ik heb een loopbaan in de marketing en communicatie achter de rug, de laatste 15 jaar voornamelijk in het waterbeheer. Met mijn eigen bureau ‘Boven-Slinge’ heb ik voor gemeenten en een waterschap opdrachten uitgevoerd rondom thema’s als waterbeheer, afkoppelen en klimaatadaptatie. In 2019 heb ik de cursus Ecologie van het Nederlandse landschap gevolgd, een langgekoesterde wens. De natuur is voor mij erg belangrijk. Tijdens de cursus hebben we meer dan twintig kwetsbare en unieke natuurgebieden bezocht door heel Nederland. Fantastisch om de natuur echt te beleven en veel te leren over plantgemeenschappen en onze invloed daarop. Er was ook veel gelegenheid om de mede cursisten te leren kennen, allemaal mensen met een passie voor de natuur. Een aantal cursisten was werkzaam als tuin- en/of landschapsontwerper en na afloop van dat jaar en de vele interessante gesprekken heb ik besloten om het roer (een beetje) om te gooien.

En dus ben ik in 2020 als deeltijdstudent begonnen aan de studie Tuin- en Landschapsinrichting aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. Daarnaast werk ik als Projectleider groene schoolpleinen bij de gemeente Barneveld en ondersteun ik, tot eind dit jaar, de 35 scholen in de gemeente met het (gedeeltelijk) vergroenen van het schoolplein. Deze functie is een combinatie van wat ik al jaren deed (organiseren, verbindingen leggen, samenwerken, motiveren) en het gebruiken van nieuwe competenties die ik op Larenstein leer, zoals het maken van schetsontwerpen en beplantingsplannen. Ik maak mij best zorgen over de klimaatverandering en vooral het verlies van biodiversiteit en onze verbinding met de natuur. Maar ik ben er ook van overtuigd dat er oplossingen zijn en nog gaan komen voor al deze uitdagingen. Mijn doel na deze studie is om bij te dragen aan het transformeren van stedelijke gebieden naar meer natuurlijkere, biodiverse en klimaatadaptieve omgevingen.

Je houdt je onder andere bezig met klimaatadaptatie, waarom is dit zo’n belangrijk onderwerp volgens jou?
De klimaatverandering is een gegeven, daar kunnen we niet meer omheen. Het tij keren is nog niet gelukt, daarom is het klimaatadaptief inrichten van onze omgeving zo noodzakelijk. Als we niets doen, worden onze steden in de toekomst niet meer leefbaar. Alle leden van de NVTL zijn denk ik vrijwel dagelijks bezig met het onderwerp klimaatadaptatie. Wat ik persoonlijk ervaar is dat er nog veel mensen zijn die niet bezig zijn met het klimaat. Of denken dat het een ver van hun bed show is. Die het normaal vinden dat weilanden eruit zien als biljartlakens, die makkelijk te onderhouden voortuinen met veel bestrating willen en die niet weten dat hun regenpijpen zijn aangesloten op het riool en het kostbare regenwater naar de rioolwaterzuivering gaat. Door de klimaatverandering levert al die verstening ons nu problemen op, zoals wateroverlast bij hoosbuiten, maar ook hittestress en droogte bij langdurig hoge temperaturen. Daarbij is vooral in stedelijk gebied ook de druk op de openbare ruimte enorm, vooral de auto is oververtegenwoordigd in het straatbeeld.

Wat ik heel hoopvol vind is dat de laatste jaren veel prachtige projecten worden gerealiseerd die klimaatadaptief zijn. Dat beleid en regelgeving wordt aangepast, waardoor tuin- en landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen meer mogelijkheden krijgen om innovatieve oplossingen te ontwerpen. Het tijdschrift Blauwe Kamer (verkrijgbaar bij een NVTL lidmaatschap) is voor mij als student een enorme inspiratiebron. Al die prachtige ontwerpen en projecten die zorgen voor een steeds groenere en klimaatadaptieve omgeving dragen bij aan de cultuurverandering die nodig is.

Welke rol speelt natuurbeleving hierin?
Natuurbeleving is voor mij de basis, daar begint het mee. De natuur hebben we ook nodig, we zijn zelf natuur. Maar de verbinding met de natuur is bij de meeste mensen niet meer aanwezig. En als iemand geen positief gevoel heeft bij natuur en de waarde van natuur niet ziet, dan zal hij of zij ook niet willen veranderen. Er moet blijkbaar een prikkel zijn om te vergroenen, af te koppelen of de auto weg te doen. Vaak is dit een financiële prikkel (subsidies bijvoorbeeld), maar ook een positieve natuurbeleving kan hierbij helpen.

Nigel Dunnett is daarin voor mij een inspiratiebron. Zijn beplantingsplannen gaan uit van een natuurbeleving, een wauw-effect, waardoor mensen echt geraakt worden. Hij wordt hierbij geïnspireerd door plantgemeenschappen zoals die in de natuur voorkomen en borduurt daar op voort. Die natuurbeleving is ook mijn doel, om vooral in stedelijk gebied de natuurbeleving te integreren in plannen voor een klimaatadaptieve, biodiverse omgeving. Het gebruiken van inheemse beplanting die de biodiversiteit maximaal ondersteund en goed bruikbaar is in een stedelijke omgeving zou het uitgangspunt moeten zijn in beplantingsplannen. En daar waar inheems niet toegepast kan worden, kijken naar soorten die minimaal de biodiversiteit versterken.

In mijn werk bij het vergroenen van schoolpleinen ervaar ik veel enthousiasme van leerkrachten en ouders om met een groen schoolplein aan de slag te gaan. Maar helaas krijg ik ook vragen als; ”Graag bomen voor schaduw, maar wel graag met zo min mogelijk bladval. Tegels eruit en boomschors erin is een optie, maar mag het ook kunstgras zijn? Dat geeft minder rommel. En bloemen zijn prima, als ze maar geen enge bijen aantrekken, want die kunnen de kinderen prikken”. Dit soort gesprekken motiveert mij des te meer om het belang van een groen schoolplein nog een keer uit te leggen en het tegendeel te bewijzen door zoveel mogelijk inheemse, bloeiende beplanting aan te bieden. Kennis geeft inzicht en zorgt voor kansen om veranderingen aan te brengen. Daarom zijn groene(re) schoolpleinen erg belangrijk om kinderen al jong bewust te maken van het belang van de natuur, hoe de processen in de natuur werken, maar ook wat de gevolgen zijn van het veranderende klimaat en hoe de natuur ons daarbij kan ondersteunen. Binnen zitten achter een beeldscherm is inmiddels de norm, terwijl studies aantonen dat het grote voordelen biedt om buiten te leren en te ontdekken. Met dit project hoop ik een heel klein beetje bij te dragen aan het ombuigen van de strakke, aangeharkte omgeving naar meer aandacht en ruimte voor natuur.

Welke kansen en mogelijkheden denk je dat het veranderende klimaat ons kan bieden?
Dat is een mooie vraag. We denken immers meteen aan bedreigingen als we aan het veranderende klimaat denken. Maar door het veranderende klimaat als kans te zien, komt er meteen een andere energie vrij. Het geeft ook een gevoel van ‘er toe doen’, iets ontwikkelen of ontwerpen voor een betere toekomst. De zorgen die ik mij maak over het veranderende klimaat verdwijnen naar de achtergrond als de zon schijnt, ik in mijn moestuin aan het werk ben of een wandeling in het bos maak met mijn hond. Door het veranderende klimaat worden we nu min of meer gedwongen om ook de steden groener te maken. Met als gevolg dat meer mensen kunnen genieten van natuur en zo de batterij weer op kunnen laden om al die uitdagingen die op ons wachten op te lossen. Corona bleek ook een eyeopener voor veel mensen dat buiten in de natuur zijn goed is voor je fysieke en je mentale gezondheid.

De NVTL bestaat dit jaar 100 jaar en we zijn volop aan het werken aan een mooi programma gedurende het hele jaar, wat zie jij graag op de agenda?
Als deeltijdstudent is het echt alle ballen in de lucht houden om studie, werk en kinderen te combineren. Het vraagt veel tijd, maar ik merk ook dat door de passie en dus de motivatie, het prima lukt om tijd vrij te maken voor de studie. Daarnaast vul ik de vrije tijd die nog over is, in met het lezen van boeken en bezoeken van steden, parken en kwekerijen. Eind januari heeft de opleiding een seminar georganiseerd met bekende sprekers, waaronder Nigel Dunnett. Dat ik een workshop kon volgen van mijn inspiratiebron, was ook een goede reden om mijn agenda vrij maken. Dus ik hoop op meer van dit soort inspirerende bijeenkomsten.

Begin volgend jaar, in mijn derde jaar (richting ontwerp), is het de bedoeling om stage te lopen bij een bureau of gemeente. Door Corona is het werkveld verkennen, netwerken, mensen en bedrijven leren kennen én ervaringen uitwisselen met anderen niet mogelijk geweest. Ik las op de website over seminars, kennissessies, speeddaten en filmavonden, dat zijn mooie gelegenheden voor mij om mensen te ontmoeten en me verder te oriënteren in dit werkveld. Dus ik ben heel benieuwd naar het uiteindelijke programma.